SV | Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. |
WLC | נַפְשִׁ֤י ׀ בְּתֹ֥וךְ לְבָאִם֮ אֶשְׁכְּבָ֪ה לֹ֫הֲטִ֥ים בְּֽנֵי־אָדָ֗ם נֵּיהֶם חֲנִ֣ית וְחִצִּ֑ים וּ֝לְשֹׁונָ֗ם חֶ֣רֶב חַדָּֽה׃ |
Trans. | nafəšî bəṯwōḵə ləḇā’im ’ešəkəḇâ lōhăṭîm bənê-’āḏām šinnêhem ḥănîṯ wəḥiṣṣîm ûləšwōnām ḥereḇ ḥadâ: |
Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!